Persoonlijke voornaamwoorden, behorende, voorbeelden statements
Voornaamwoorden, behorende, voorbeelden en oefeningen
 
LESSON TWENTYLes 20
VOCABULARYWoordenlijst
PRONOMGEEFT BEHORENDE
IMijnMyMINEME
YOUJouw / De jouweYOURYOURSYOU
HEZijn / Haar (hem)HISHISHIM
SHEZijn / Haar (dit / dat)HERHERSHER
ITDe jouweITSITSIT
WEOnzeOUROURSUS
YOUZijn / Haar van jouYOURYOURSYOU
THEYZijn / Haar daarvanTHEIRTHEIRSTHEM
THATS IS MY PENDat is mijn pen
THAT PEN IS MINEDat pen is van mij
GIVE ME THAT PENDame (voor mij) dat de pen
GIVE THAT PEN TO ME 
THAT IS YOUR PENDat pen is van jou
THAT PEN IS YOURSHij geeft je die pen
HE GIVES YOU THAT PENHij geeft je die pen u
HE GIVES THAT PEN TO YOUDit is uw boek (de jouwe)
THIS IS HIS BOOKDit boek is van jou (de jouwe)
THIS BOOK IS HISGeef hem dit boek
GIVE HIM THIS BOOKGeef dit boek aan hem
GIVE THIS BOOK TO HIM
THIS IS HER LETTER
THIS LETTER IS HERSDit is zijn brief (voor haar, voor haar)
SEND HER THIS LETTERStuur deze brief aan haar
SEND THIS LETTER TO HERStuur deze brief aan haar
THIS IS ITS BOXDit is uw doos
GIVE IT THIS BOXGeef dit vakje
GIVE THIS BOX TO ITGeef dit vakje
THIS IS OUR CARDit is onze auto
THIS CAR IS OURSDit is onze auto
GIVE US THE CARGeven de auto (voor ons)
GIVE THE CAR TO USGeven de auto (voor ons)
THAT IS YOUR TABLEDat is zijn tafel
THAT TABLE IS YOURSDeze tabel is van jou
I LET YOU THAT TABLEIk laat het aan u dat tafel
I LET THAT TABLE TO YOUJe laat die tafel
THIS IS THEIR HOUSEEstaes home (naar hen)
THIS HOUSE IS THEIRSDeze tabel is van jou
LEND THEM THE MONEYLenen naar hen ze geld
LEND THE MONEY TO THEMLenen geld naar hen

In de bovenstaande voorbeelden ME, YOU, HIM, etc. betekenen behoren of bestemming.

WE RENT THIS HOUSE FROM THEMWij verhuren dit huis van hen
SHE HAD THE BOOK FROM HIMZe kreeg het boek van hem
CHILDREN LEARN FROM THEIR PARENTSKinderen leren van hun ouders
CHILDREN LEARN FROM THEMKinderen leren van hen
SHE TOLD ME THE ANSWERZe vertelde me het antwoord
I HAD THE ANSWER FROM HERZe kreeg de respuestade