Werkwoorden in tegenwoordig tijd
We zullen kijken naar het gebruik van werkwoorden in de tegenwoordige tijd voor alle persoonsvormen
We zullen kijken naar het gebruik van werkwoorden in de tegenwoordige tijd voor alle persoonsvormen
LESSON TWO | Les twee |
VOCABULARY | Woordenlijst |
TO LOOK | Kijken/Aanschouwen |
LOOKING AT | Kijken naar |
TO BE | Zijn |
I AM LOOKING AT THE TREE | Ik kijk naar de boom |
YOU ARE LOOKING AT THE HOUSE | Jij kijkt naar het huis / U kijkt naar het huis Jij kijkt naar het huis / U kijkt naar het huis Jij kijkt naar het huis / U kijkt naar het huis |
HE IS LOOKING AT THE FENCE | Hij kijkt naar het hek |
SHE IS LOOKING AT THE DOOR | Zij kijkt naar het hek |
IT IS LOOKING AT THE ROOF | Het kijkt naar het dak |
WE ARE LOOKING AT THE YARD | Wij kijken naar de tuin |
THEY ARE LOOKING AT THE FENCE | Zij kijken naar het hek Zij kijken naar het hek |