Plaatsen van bijvoegelijke naamwoorden en zelfstandige naamwoorden in het Engels.
Zinnen in de vorm van meer en minder dan. Meer vormen van bijvoegelijke naamwoorden en zelfstandige naamwoorden.

LESSON THIRTEEN A	Les dertien A

Voorbeelden van toepassingen:

AS --- AS (Zoveel als)

NOT AS --- AS (Niet zoveel als)

WE ARE AS INTELIGENT AS YOU ARE Wij zijn even intelligent als jij bent

SHE LOOKS AS NICE AS YOU LOOK Zij ziet er even leuk uit als jij

I AM NOT AS YOUNG AS YOU ARE Ik ben niet als jong als jou

I AM AS BRIGHT AS SHE IS Ik ben even slim als zij is / Ik ben even helder als zij is

RIDDING A HORSE IS NOT AS EASY AS RIDDING A CAR Paardrijden is niet even makkelijk als autorijden

I CAN GO AS FAR AS YOU Ik kan als ver als jij gaan

Voorbeelden van vergelijkingen tussen het meeste en het minste

THE NEWER THE CAR IS, THE MORE MONEY IT COSTS	Hoe nieuwer de auto des te meer deze kost
THE MORE MONEY SHE HAS, THE HAPPIER SHE IS	Hoe meer geld ze heeft hoe gelukkiger ze is
THE MORE I READ, THE MORE I KNOW	Hoe meer ik lees, hoe meer ik weet
THE MORE SHE READS, THE WISER SHE IS	Hoe meer ze leest de wijzer ze wordt
THE SOONER THE BETTER	Hoe sneller hoe beter
THE MORE HEALTH HE HAS, THE BETTER HE LOOKS	Hoe gezonder hij is des te beter hij eruit ziet
TOM IS BECOMING RICHER AND RICHER	Tom wordt rijker en rijker
ALICE BECOMES BRIGHTER AND BRIGHTER	Alice wordt blijer en Blijer
THE TREE IS BECOMING GREENER AND GREENER	De boom wordt groener en groener
THE WEATHER IS BECOMING WARMER AND WARMER	Het weer wordt warmer en warmer
MARY BECOMES MORE AND MORE INTERESTED	Mary wordt steeds meer en meer geïnteresseerd
HE BECOMES LESS AND LESS INTERESTED	Hij wordt steeds minder en minder geïnteresseerd

WOORDENLIJST VAN TERMEN MET TEGENSTELLING OF WOORDEN IN CONTRAST
GOOD	Goed	BAD	Slecht
HIGH	Hoog	LOW	Laag
TALL	Lang	SMALL	Klein
LARGE	Groot	SHORT	Kort
BIG	Groot	LEAN / THIN	Dun
GREAT	Goed	UGLY	Lelijk
LONG	Lang	BITTER	Bitter
FAT	Vet / Dik	WEAK	Zwak
PRETTY	Mooi	HARD	Hard
NICE	Aardig / Mooi / Leuk / Fijn	CHEAP	Goedkoop
SWEET	Lief / Zoet	OLD	Oud
STRONG	Sterk	ROUGH	Hard / Ruw
SOFT	Zacht	POOR	Arm
DEAR	Lief / Schat / Duur / Dierbaar	DIFFICULT	Moeilijk
YOUNG	Jong	DIRTY	Vies
TENDER	Zacht / Broos / Zwak / Zachtaardig	COLD	Koud
RICH	Rijk	UNHAPPY	Ongelukkig / Verdrietig
EASY	Makkelijk / Eenvoudig	FAITHLESS	Afvallig / Ontrouw
CLEAN	Schoon	CARELESS	Onvoorzichtig / Zorgeloos
HOT	Heet	WHITE	Wit
WARM	Warm	FAIR	Redelijk / Bevallig / Eerlijk
HAPPY	Blij / Tevreden / Gelukkig	BLOND	Blond
FAITHFUL	Trouw	BLONDE	Blondje
CAREFUL	Voorzichtig	SICK	Ziek / Misselijk
BLACK	Zwart	FOOLISH	Suf / Dom / Dwaas
BROWN	Bruin	HATE	Haat
SANE	Verstandig	NEVER	Nooit
HEALTHY	Gezond	LATE	Laat
WISE, CLEVER	Wijs / Slim / Intelligent	AFTER	Nadat / Na / Achter
LOVE	Liefde	TOMORROW	Morgen
ALWAYS	Altijd	YERTERDAY	Gisteren
EARLY	Vroeg	OUTSIDE	Buiten
BEFORE	Voor / Eerder	OFF	Weg / Af / Uit
TODAY	Vandaag	OUT	Uit / Buiten
SOON	Binnenkort / Spoedig	FAR	Ver
INSIDE	Binnen	MANY TIMES	Vaak / Meerdere keren
WITHIN	Binnenin / Binnen	THEN	Toen / Dan
IN	In / Binnen	CLOSE	Dichtbij / Afsluiten
NEAR	Dichtbij
BETTER	Beter
ONCE	Eenmaal / Eens
TWICE	Tweemaal
THREE TIMES	Driemaal
NOW	Nu
OPEN	Open